In Heeft Jezus bestaan? Ontdek het bewijs hebben we gekeken naar bronnen om te ontdekken of Jezus geleefd heeft. Nu gaan we kijken naar wat er gezegd is over Jezus dat Hij zou zijn opgestaan uit de dood.
Voordat we het gaan hebben over de opstanding, is het belangrijk om te onderzoeken of Jezus wel echt gestorven en begraven is.
Voordat Jezus stierf
In de Bijbel lezen we wat er rondom de dood van Jezus allemaal is gebeurd. Hij is gegeseld (Matteüs 27:26; Markus 15:15, Johannes 19:1) en dat ging er niet zachtzinnig aan toe.
Hij heeft minimaal 39 slagen gehad met een leren zweep waaraan metalen bolletjes en botsplinters zaten, om de verwondingen zo ernstig mogelijk te maken. Volgens medici die de Romeinse manier van geselen hebben bestudeerd, was Jezus alleen al hierdoor in een hypovolemische shock.
Dat betekent dat iemand lijdt aan de gevolgen van ernstig bloedverlies. Dat was ook de reden dat Jezus bezweek onder het dragen van de dwarsbalk van het kruis en dat iemand anders gedwongen werd om die dwarsbalk te dragen (Matteüs 27:32; Markus 15:21; Lucas 23:26).
De dood van Jezus
Na de geseling en de tocht naar de plek waar de executies plaatsvonden, kwam de kruisiging (Matteüs 27:33 e.v.; Marcus 15:22 e.v.; Lucas 23:33 e.v.; Johannes 19:18 e.v.). Jezus werd aan het kruis geslagen met spijkers van 13 tot 17 centimeter door zijn polsen en voeten. Op die manier aan het kruis hangen, rukte zijn schouders uit de kom en maakte dat ademhalen ondraaglijk veel pijn deed. Doordat hij niet goed kon ademen, raakte hij in een toestand die respiratoire zuurvergiftiging wordt genoemd. Dit leidt tot een onregelmatige hartslag en de gekruisigde overlijdt uiteindelijk aan een hartstilstand.
Een Romeinse soldaat heeft hem daarna met een speer in zijn zij gestoken. Er kwam water en bloed uit de wond. Dit kwam doordat er vochtophoping was rondom de longen en in het hartzakje. Dit gebeurt alleen na overlijden. Als we deze zaken op een rij zetten, kan er medisch gezien maar één conclusie getrokken worden: Jezus was dood!
Jezus begraven
Het was in die tijd gewoon dat veroordeelden die gekruisigd waren, óf bleven hangen voor de aasvogels óf werden begraven in een gemeenschappelijk graf. Met Jezus ging het anders. Er was een lid van de Joodse Raad, Jozef van Arimatea, die gevraagd had om het lichaam van Jezus te mogen begraven (Matteüs 27:57-61; Markus 15:42-47; Lucas 23:49-56; Johannes 19:38-42). Er zijn mensen die zeggen dat dit verzonnen is en dat deze Jozef van Arimatea niet bestaan zou hebben. De vraag rijst dan waarom er bij het opschrijven van deze details niemand protesteerde. Als het een verzonnen persoon was dan zou dat eenvoudig te controleren zijn geweest.
Bij Matteüs (27:62-66) lezen we ook nog dat er een Romeinse wacht geplaatst werd bij het graf waar Jezus begraven was en dat de steen verzegeld werd. Dit was bedoeld om te voorkomen dat het lichaam van Jezus uit het graf gestolen zou worden. Deze maatregelen werden genomen om te voorkomen dat er een opstanding van Jezus verkondigd zou kunnen worden, door het lichaam weg te nemen.
Het lege graf
En dan gebeurt het blijkbaar toch. Er is een leeg graf. Allerlei opties zijn in het verleden en heden wel genoemd. De discipelen hebben toch het lichaam weten te stelen; er is gekeken naar het verkeerde graf; Jezus is nooit in een graf begraven, etc.
Er worden verschillende argumenten aangedragen om de opstanding van Jezus te kunnen weerleggen. Bijvoorbeeld het getuigenis van een aantal vrouwen die als eersten bij het lege graf kwamen (Matteüs 28:1-10; Marcus 16:1-8; Lucas 24:1-12; Johannes 20:1-10). In die tijd werd het getuigenis van vrouwen als onbetrouwbaarder beschouwd dan het getuigenis van mannen. Maar de evangelieschrijvers hebben hun verhaal niet aangepast om het ‘geloofwaardiger’ te laten klinken door mannen aan te dragen als de eerste getuigen.
Ook zijn de verhalen over de opstanding en het lege graf niet identiek in alle aanwijzingen. Het zou juist verdacht zijn als de verhalen exact hetzelfde waren. Hoewel er verschillen zijn is de kern hetzelfde: Jezus is gestorven, hij is begraven en op een bepaald moment was het graf leeg.
De opstanding van Jezus
Nu is het niet alleen bij het lege graf gebleven. Want alleen een leeg graf is niet voldoende bewijs van het opstaan uit de dood van Jezus. Er zijn dus meer feiten en bewijzen nodig.
In de evangeliën en het boek Handelingen kunnen we lezen, dat er vele getuigenissen waren van mensen die Jezus na zijn dood en begrafenis levend hebben gezien. Lees maar eens de volgende gedeelten: Markus 16:9-14; Lucas 24:13-44; Johannes 20:11-21:14 en Handelingen 1:3-9 en 13:29-31.
Alles bij elkaar geven deze aanwijzingen genoeg bewijzen om aan te nemen dat Jezus is opgestaan uit de dood.
Wil je meer over bewijs voor de opstanding van Jezus? Ga dan naar de gratis online cursus “The Case for Christ”.
2 reacties
Gratis online cursus over God en Jezus
Stel je vragen aan je persoonlijke e-coach
Meer dan 10.000 mensen gingen je al voor
Als Jezus leeft waarom staat er dan niet op elke hoek van de straat iemand die dat mij vertelt? Zijn er niet genoeg mensen om dat te doen of geloven de mensen van kerk het zelf ook niet of zijn ze bang het te vertellen
Goed dat je komt met je vraag. Nu is het wel geen straathoek, maar je hebt het hier gelezen. Nu ben ik wel een beetje nieuwsgierig wat je ermee gaat doen? ;-)